Door de combinatie van vocht en organische stof in de meststoffen, kan het zijn dat er na bepaalde tijd schimmelpluis zichtbaar wordt. Dit is een natuurlijk proces en is niet schadelijk voor je planten.
Strooi de meststof gelijkmatig uit in 2 richtingen loodrecht op elkaar, bij voorkeur met een meststofstrooier of een DCM strooidoos. Beregen bij droog weer na het bemesten om de werking te versnellen.
Strooi de kalk bij voorkeur in de natste en koudste periode van het jaar. Het is aangeraden om na de bekalking 2 weken te wachten alvorens te bemesten.
Onze meststoffen zijn onbeperkt houdbaar zolang ze op een droge plaats gestockeerd worden. Van zodra de meststof vochtig wordt, kunnen micro-organismen de organische grondstoffen omzetten en gaan de voedingsstoffen verloren.
DCM is specialist in het ontwikkelen en produceren van organische meststoffen. Daarvoor worden meer dan 30 verschillende gedroogde, stabiele organische grondstoffen van hoge kwaliteit geselecteerd. Deze zijn zowel van plantaardige als dierlijke origine. Zoals elke industrie brengt ook de voedingsindustrie nevenstromen met zich mee. Producten die eerder als ‘afval’ bestempeld worden, maar die via De Ceuster Meststoffen een tweede leven krijgen. meer info
NPK staat voor de drie belangrijktste voedingststoffen die planten nodig hebben. N = stikstof en stimuleert de groei. P = fosfor en stimuleert de beworteling en bloeivorming. K = kalium en zorgt voor stevigere planten, mooiere bloemen en een betere bescherming tegen ongunstige omstandigheden (betreding, droogte, vorst, ziekten en plagen ...). Elke meststof heeft een kenmerkende NPK-formule die aangeeft in welke verhoudingen de verschillende voedingsstoffen aanwezig zijn. Gelijke NPK-waardes wil echter niet zeggen dat de werking identiek is. De keuze van de grondstoffen bepaalt namelijk ook het vrijstellingspatroon en werkingsduur.
Vanaf de vroege lente (maart) ontwaakt het gras en kan je al een eerste keer te bemesten. Bemest een 2e keer vlak voor de zomer (juni) om het gras voor te bereiden op een lange hete en droge periode. Bemest een laatste keer in september om het gras aan te sterken voordat het de winter in gaat. Gebruik voor elke bemesting een aangepaste meststof om aan de seizoensgebonden noden van het gras te voldoen. meer info
Meststof DCM Anti-Mos is een gazonmeststof met 2-in1 werking tegen mos. Mosgroei kan namelijk een hardnekkig probleem zijn, zeker wanneer het slechts tijdelijk wordt aangepakt. De belangrijkste oorzaak van mosgroei is zonder twijfel een slechte groei van je gras, bijvoorbeeld door te kort te maaien. Het mos krijgt dan steeds meer ruimte en grijpt zijn kans om te woekeren. Een aangepaste bemesting tegen mos, zoals Meststof DCM Anti-Mos, een regelmatige bekalking en verticuteren zijn noodzakelijk als je je mosproblemen voorgoed uit de wereld wil helpen.
Jazeker, gazonmeststof DCM Microgazon Plus is een gazonmeststof die naast bacteriën en organische voeding ook kalk bevat. Hebben de seizoenen hun sporen achtergelaten op je gazon? Of ligt je grasmat er dor bij? Dan is een gazonmeststof met kalk de ideale manier om je geliefde grassprieten te laten heropleven. De kalk ontzuurt licht de bodem, waardoor de nuttige bacteriën optimaal blijven werken. Bovendien worden de voedingselementen dankzij de kalk beter door het gras opgenomen. Perfect om bijvoorbeeld de vorming van mos te verhinderen.
Er zijn geen selectieve onkruidmiddelen voor particulieren in handel om onkruiden in gazons te bestrijden. Om onkruid in het gazon te bestrijden zijn er 3 alternatieven:
Doe een beroep op een tuinaanlegger, zij hebben wel nog toegang tot selectieve onkruidbestrijders.
Bestrijd onkruid plaatselijk met een totaalherbicide.
Verwijder onkruid handmatig.
Zaai kale plekken daarna zo snel als mogelijk in om inwaai van onkruid te beperken. Bemest het gazon 3 keer per jaar met een aangepaste meststof om het gazon dicht en in topconditie houden. Een dicht gazon laat minder mos- en onkruidgroei toe.
Onze tip: de complete en stikstofrijke gazonmeststof DCM Gazon All-in-One. Deze meststof zorgt onmiddellijk voor een continue grasgroei. Het resultaat is een mooi, dicht gazon dat minder onkruidgroei toelaat.
Er is geen wachttijd tussen het bemesten en het betreden van het gazon.
DCM gazonmeststoffen met MINIGRAN® TECHNOLOGY hebben een werking van ongeveer 100 dagen. Een eerste keer bemesten doe je in de lente (maart). 100 dagen later (juni) volgt de volgende bemesting en nog eens 100 dagen later (september) de laatste beurt. Drie keer bemesten volstaat om het gazon het hele groeiseizoen van de juiste voedingsstoffen te voorzien. Gebruik voor elke bemesting een aangepaste meststof om aan de seizoensgebonden noden van het gras te voldoen. meer info
Er zijn 2 perioden waarin geverticuteerd kan worden, het voorjaar of het najaar. 1 keer verticuteren per jaar volstaat.
Bij het zaaien van je gazon kies je best voor een meststof die de bodem verwent, zoals . Deze meststof met bodemverbeteraar zorgt voor een mooie bodemstructuur en versnelt de inworteling van de grassprieten. De meststof even in de bodem laten inwerken vlak voor het zaaien, en jij geniet nadien van een sterke en dichte grasmat!
Ook bij robot- of mulchmaaien is het nodig om je gazon te bemesten. De voeding die vrijkomt uit het versnipperde gras is volgens verschillende proeven onvoldoende om je gazon in uitstekende conditie te houden. Wanneer je een robotmaaier hebt, kies je daarom best voor de gazonmeststof DCM Gazonmeststof Robot. Deze meststof met kalk en bacteriën gaat verzuring van de bodem tegen en zorgt voor een versnelde compostering van de maairesten van je robotmaaier.
Droogte doet een gazon helaas geen goed. Breekt je hart een beetje bij het zien van je grasmat? De juiste bemesting kan wonderen doen. Kies tijdens de zomer voor een gazonmeststof die rijk is aan kalium, zoals . Deze stof maakt je gras beter bestand tegen droogte en betreden. Zo krijg je een sterk en dicht gazon, ook na een droogteperiode.
Na een verticuteerbeurt ligt je gazon er vaak pover bij. Maar geen nood: met de juiste verzorging herpakt het zich snel weer! DCM Gazonvoeding Herstel is ideaal om een gazon te herstellen na het verticuteren in het voorjaar. De meststof is bovendien verrijkt met magnesium en zorgt zo voor een mooie, diepgroene graskleur. Je gazon ziet er weer net zo levendig uit als tevoren.
Onze meststoffen hebben het doel om planten te bemesten en zijn niet geschikt is als diervoeder.
Wij raden aan om de meststof op een plaats op te slagen die niet bereikbaar is voor dieren en de verpakking steeds goed te sluiten. Bij opname door honden of katten adviseren wij het anti-gifcentrum en/of uw dierenarts te contacteren.
Eens uitgestrooid is de kans op opname door dieren zeer klein. Om de kans nog te verkleinen dat uw huisdier de meststoffen kan opeten, raden wij aan de meststof toe te passen vlak voor een intense regenbui of na toepassing zelf te beregenen. Zo lossen de korrels sneller op en dringen de voedingsstoffen sneller in de bodem. U kan ervoor kiezen om de hond voor 24 uur van het gazon te houden om de meststof alle tijd te geven om uit elkaar te vallen en op te lossen.”
Om onkruid te bestrijden tussen je planten, kan je gebruiken. Dit product, op basis van een werkzame stof die voorkomt in de natuur, heeft een snelle werking. Zaaien en planten is mogelijk na 3 dagen. Let op dat je alleen de planten raakt die je wil bestrijden.
Composteren is de natuurlijke vertering van organisch afval door insecten, wormen, schimmels en bacteriën. U kan bladeren gebruiken, maar ook assen, keukenafval, haagafval, kleine takjes, etc. Om afval goed om te zetten, hebben de organismen een bijkomende, aangepaste voeding nodig. Gebruik om het composteringsproces te versnellen. Gebruik op je composthoop eerst grover afval, dan fijner afval en vervolgens 200 g per m².
De vaste meststoffen van DCM hebben een werking van 100 dagen, dus tweemaal per jaar bemesten is voldoende. Kies je liever voor een vloeibare meststof? Dan raden we aan om wekelijks te bemesten.
Om vocht in de bodem vast te houden, kan je ervoor kiezen om de bodem te bedekken. Je kan dit doen met bodembedekkende planten, of je kiest ervoor om decoratieve afdekmaterialen te gebruiken zoals of . Je vindt alle afdekmaterialen op deze website.
is een universele organische meststof die kan gebruikt worden voor de bemesting van al het groenten en fruit in je tuin.
De Yucca is een zonneklopper, en hij is dan ook verzot op een plekje bij een raam op het Zuiden. Wanneer de plant iets te donker staat zal hij erg weinig water verbruiken, waardoor je hem maar eens per 6 tot 8 weken water hoeft te geven. Bij te veel water zullen de bladeren snel verslappen en hun kleur verliezen. Plaats je Yucca daarom op een hele zonnige plek, wacht lang genoeg met opnieuw water te geven. Voor een spoedig herstel geef je de plant van maart tot en met september bij iedere gietbeurt.
Klimplanten zoals de Monstera, Epipremnum, Philodendron en Klimop groeien vaak een stuk sneller wanneer je ze iets geeft om tegen aan te klimmen. Deze planten hebben in de natuur namelijk het instinct om zo hoog mogelijk te klimmen, zodat ze meer licht kunnen vangen.
Deze planten krijgen daarom een heuse groeischeut wanneer je ze een mosstok geeft om tegenaan te klimmen, of ze langs een trapleuning of andere steun leidt. Kies bij voorkeur een grote, stevige mosstok uit waar de plant jarenlang aan kan vasthangen. Wanneer een plant zich heeft vastgeworteld in je mosstok is het niet zo simpel om hem zonder schade weer los te maken.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Kies voor je planten een nieuwe pot die zo’n 20% hoger en breder is dan de huidige pot. Vermijd een pot die te klein is, want dat zal de groei van je plant snel belemmeren. Ga echter ook niet voor een pot die groter is dan 20%. Deze kan immers meteen te groot zijn, waardoor de wortels niet al het water kunnen absorberen en de bodem te vochtig wordt.
Zijn je kamerplanten echter al erg groot, en wil je ze niet te fel meer zien groeien? Behoud dan de potmaat, maar geef de planten wel verse potgrond. Zo blijven ze verder groeien aan een trager tempo, en blijven ze langer gezond.
Kies ook steeds een pot waar het water uit kan weglopen, of gebruik een binnenpot. Zo voorkom je dat er te veel water onder in de pot blijft staan, waardoor de wortels kunnen rotten.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Luchtbevochtigers helpen je om de luchtvochtigheid in je woning te verhogen, wat jungleplanten als de bananenboom (Musa), Calathea en Alocasia een echte boost geeft. Je planten vaak sproeien of bakjes met water aan de verwarming hangen helpt met hele kleine beetjes. Is je ruimte toch echt kurkdroog? Dan zal enkel een luchtbevochtiger echt een constant verschil kunnen maken. Je hebt heel wat soorten op de markt, kijk dus eerst goed rond voor je een bevochtiger aanschaft.
Een potgrond die snel opdroogt tijdens warme dagen kan een tikje vervelend lijken, maar voor je planten kan het weinig kwaad. Voel even met je vinger in de aarde. Is de aarde enkele cm dieper nog vochtig? Dan kan je plant nog rustig drinken. Wanneer de aarde daar droog aanvoelt geef je extra water. Om ervoor te zorgen dat je potgrond niet zo snel uitdroogt in de zomermaanden gebruik je best een kwalitatieve potgrond die veel water vasthoudt, of verhoog je de luchtvochtigheid in je woning. Bewaar een open zak potgrond ook uit de buurt van de zon of een warmtebron. Rol de zak stevig dicht en bewaar hem op een donkere en droge plaats.
De juiste verzorging van je kamerplant begint met het uitkiezen van een goede standplaats. Bij een plekje met te veel of te weinig licht zal je plant immers snel kunnen kapot gaan. Een eerste richtlijn hier vind je op het plantenlabel dat bij je plant zit.
Wil je plant een plekje in de volle zon? Ga dan voor een groot raam aan de Zuidkant. Halve zon/schaduw kan je dan weer vinden bij een raam aan de Oost- of Westkant van je woning. Houdt je plant volgens het label toch meer van de schaduw? Kies dan een plekje aan de Noordkant van je woning, of plaats hem gewoon lekker uit de buurt van het raam.
Heeft je plant een lichte ruimte nodig, maar heb je geen zonnige ramen vrij in je woning? Kies dan eventueel voor een groeilamp om het tekort aan licht voor je planten op te vangen.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Op onze website vind je tips terug over hoe je de orchidee het best kan verzorgen. meer info
De Plumeria of Frangipani is een mooie buitenplant die erg blij is met een plekje in de zon. Je herkent deze plant vooral aan de felle witgele/roze bloemen. Om die bloemen te produceren heeft de plant wel erg veel extra voedingsstoffen nodig, zeker wanneer hij in een pot staat. Geef je Frangipani daarom in de lente-en zomermaanden een portie vloeibare voeding voor bloeiende buitenplanten. Doe dit zo’n twee keer per maand om de bloei te stimuleren.
De Spathiphyllum of lepelplant houdt van een lichtrijke standplaats, maar staat liever niet in de felle middagzon. Geef hem daarop een plekje voor een raam of het Oosten of Westen. Verder geef je deze plant pas weer een scheutje water wanneer hij zijn bladeren slap laat hangen, zo voorkom je dat de bodem te nat wordt en de bladeren daardoor vergelen. Tijdens de lente-en zomermaanden maakt deze plant flink wat nieuwe bladeren aan. Geef daarom van maart tot en met september wat biologische voeding voor kamerplanten, zoals . Zo kan je plant vlot blijven groeien.
Wanneer je werkt met hydrokorrels dan leg je simpelweg een laagje korrels op de bodem van je sierpot. De hoogte van deze laag korrels is ongeveer 20% van de totale pothoogte. Bovenop deze korrels plaats je dan de plant en potgrond. Wanneer je iets te veel water geeft zullen de korrels het overtollige water absorberen, waardoor je plant minder kans heeft op te natte wortels.
Werk je liever met een binnenpot? Dan hoef je geen hydrokorrels toe te voegen. Til één dag na het water geven de binnenpot wel even op om te kijken of er niet te veel water onderin de pot blijft staan. Giet het overtollige water meteen weg, en bouw de hoeveelheid water die je geeft af. Wanneer je één dag na het water geven in de sierpot kijkt zie je liefst zo weinig mogelijk water staan.
Gebruik je een pot met gaatjes in de bodem? Dan hoef je geen binnenpot te voorzien. Zorg zeker wel voor een schaaltje om onder de pot te plaatsen, zo bescherm je je vloer of andere oppervlakken als het overtollige water uit de pot loopt. Een dun laagje hydrokorrels onderin de pot kan hier ook helpen als er te veel water in het schaaltje blijft staan.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Kamerplanten zijn een beetje ‘gewoontedieren’. Ze houden van een vaste plaats waar ze kunnen meegroeien met de seizoenen. Je planten verplaatsen is dus iet nodig om je groene vrienden tevreden te houden. Het kan zelfs meer schade dan goed doen. Verplaats gevoelige planten wel tijdens de wintermaanden weg van een warmtebron, en vermijd dat ze tijdens hete zomerdagen in de felle middagzon staan.
Lees meer over kamerplanten en hun verzorging in dit artikel
Het klinkt erg tegenstrijdig, maar je plant af en toe terugsnoeien zorgt voor een betere groei. Het snoeien stimuleert je plant immers om zich te herstellen, waardoor hij snel weer nieuwe bladeren aanmaakt en een stuk sterker wordt. Doe het echter niet meermaals per jaar, dit vindt de plant niet zo prettig en kan hem op termijn net erg gaan verzwakken.
Snoei je kamerplanten bij voorkeur net voor of na het groeiseizoen, dus net voor de lente, of net na de zomermaanden. Je hoeft de plant niet helemaal terug te snoeien. Verwijder wel enkele korte stukken of uitgeroeide takken, zodat er nieuwe groei kan optreden. Bewaar de knipsels ook om er nadien stekjes van te maken, en je plantencollectie uit te breiden.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Een bonsai mag je zeker af en toe terugsnoeien om zijn compacte vorm te behouden. Doe dit bij voorkeur één keer om de twee jaar, en snoei de takken in de vroege lente. Snoeien zal je plant ook stimuleren om meer te gaan groeien, dus blijf dit zeker volhouden om een compacte vorm te behouden.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Anthuriums zijn jungle planten die verzot zijn op een plekje met veel licht zonder directe zon, en een hoge luchtvochtigheid. Wanneer je plant droge, bruine vlekken op de bladeren krijgt is dit vaak een gevolg van een te droge ruimte. Het helpt om je plant dagelijks te besproeien. Hebben de bruine vlekken echter een gele rand? Dan is dit het gevolg van een te vochtige bodem, geef de plant dan minder water en zorg voor een luchtige bodem.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
De luchtwortels van een Monstera kunnen meterslang worden, en worden in de natuur gebruikt om extra voedingstoffen en water op te nemen. Wanneer de wortels toch wat te lang worden mag je ze in de potgrond van je plant steken en daar laten verder groeien. Vind je ze toch niet zo mooi? Dan kan je ze inderdaad wegknippen. Vergeet dan niet om je plant extra voeding te geven zodat hij zich goed kan herstellen. Knip de wortels af in de vroege lente, en geef extra voeding van maart tot en met september voor een gezonde groei.
Voor een goede groei heeft je plant extra voedingsstoffen nodig. Wanneer je je kamerplanten dus extra voeding geeft kunnen ze sneller nieuwe bladeren aanmaken, die ook nog eens een pak steviger zijn. Zo bekom je een grotere, maar vooral ook gezondere kamerplant.
Geef je kamerplanten extra voeding gedurende het hele groeiseizoen, dus tijdens de lente- en zomermaanden. Dit kan in de vorm van staafjes of vloeibare voeding die je bij het gietwater mengt. Voor het beste resultaat kies je een biologische voeding op maat van jouw kamerplant.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Voor je bloeiende kamerplanten vraagt de bloeiperiode erg veel energie. Wil je je plant graag stimuleren tot meer bladeren? Dan kan je de opkomende bloemknoppen wegknippen van zodra de plant deze ontwikkelt. Knip de bloemstengels dicht tegen de stam af. Je plant zal naar energie daarna opsturen naar de aanmaak van nieuwe bladeren. Dit is alleen maar nodig wanneer je graag meer bladeren wil, er is niks mis met te genieten van de bloemen in je woning.
Het verpotten van je kamerplanten doe je bij voorkeur in de lente, en het liefst neem je een nieuwe pot die zo’n 20% groter is dan de oude. Is je plant echter al wat ouder en wordt hij wat groot voor je woonkamer? Geef de plan dan wel verse potgrond, maar behoud de oude potmaat. Zo kan je plant nog steeds blijven groeien, maar aan een veel trager tempo. Bij jonge planten die nog volop aan het groeien zijn geef je wel steeds een grotere pot, anders kunnen je planten ernstig beschadigd raken.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
De meningen zijn hierover een beetje verdeeld. Het grote voordeel van een binnenpot is dat wanneer je te veel water geeft, de bodem beter ademen en het overtollige water wegloopt. Je kan ook beter inschatten wanneer je plant verpot moet worden omdat de wortels onderaan uit de pot komen piepen. Verpot je toch liever zonder binnenpot? Leg dan ook hier, net zoals bij een binnenpot, een laagje hydrokorrels onderin de pot. Gebruik een laag korrels die 1/5 van de pothoogte is, en plaats daar de potgrond en de plant bovenop.
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
De bananenplant (Musa) is een tropische plant die nood heeft aan veel direct zonlicht, een continue vochtige bodem en een hoge luchtvochtigheid. Vooral tijdens de droge herfst-en wintermaanden krijgen deze planten vaak droge, bruine bladranden. De bladeren drogen uit door een te lage luchtvochtigheid in onze woonkamers. Dit kan je enigszins voorkomen door de plant in een vochtigere ruimte te plaatsen, zoals een badkamer. Vermijd ook een plekje bij de (vloer)verwarming, en besproei de plant dagelijks op de droogste winterdagen. Help je plant bij het herstelproces door een biologische voeding voor kamerplanten te geven van maart tot en met september. is hier perfect voor samengesteld.
Wanneer je kamerplanten moet verpotten, hangt af van de potgrond, het type plant en de grootte van de pot. Jonge planten en snelle groeiers zullen sneller een nieuwe pot nodig hebben dan oudere planten. Oudere planten kunnen gerust 2 of 3 jaar in dezelfde pot staan, terwijl jonge planten sneller moeten verpot worden.
Gebruik vanaf de lente tot in de late zomer wekelijks DCM Vloeibare meststof. Gebruik 3-5 ml product per lieter gietwater.
Zoals de meeste jungleplanten houdt ook de Calathea van een luchtige bodem die steeds vochtig aanvoelt. Geef deze planten daarom met lekker veel voedinsgstoffen, en verrijk deze met voor een extra luchtige bodem. Gebruik voor Calatheas en Alocasias bijvoorbeeld een mix van 1/3 perliet en 2/3 potgrond.
Voor gezonde wortels is het erg belangrijk om je plant een potgrond op maat te geven. De ene plant heeft namelijk nood aan een drainerende potgrond die snel opdroogt, terwijl andere planten liever lekker lang kunnen drinken in een vochtige bodem. Bij twijfel kies je kant-en-klare potgrond op maat van je plant. Zo heb je speciale mixen voor orchideeën, palmen, bonsais, cactussen en vetplanten…
Universele potgrond voor kamerplanten is een mix die water langer vasthoudt, waardoor de plant langer water kan halen uit de bodem. Gebruik deze dus vooral voor kamerplanten die houden van een vochtige bodem en meer water nodig hebben. Deze standaard mix voor kamerplanten is dus een prima keuze voor de Spathiphyllum, Monstera, Calathea, Aglaonema…
Lees meer over het verzorgen en verpotten van kamerplanten in dit artikel
Om onkruid te bestrijden tussen je planten, kan je gebruiken. Dit product, op basis van een werkzame stof die voorkomt in de natuur, heeft een snelle werking. Zaaien en planten is mogelijk na 3 dagen. Let op dat je alleen de planten raakt die je wil bestrijden.
De juiste bemesting en verzorging van planten zorgt ervoor dat je veel bloemen kan krijgen. Geef je planten 2 keer per jaar DCM organische bemesting en knip uitgebloeide bloemen regelmatig weg. Kalkminnende planten geef je 1 keer per jaar om de zuurtegraad van de bodem op peil te houden.
Om vlot te kunnen groeien en snel een gesloten geheel te vormen, heeft uw haag voeding nodig. Door tweemaal per jaar te bemesten met voorziet u uw haagplanten op een uitgesproken natuurlijke wijze van de nodige voeding en houdt u hun wortelgestel actief. Een goed bemeste haag is bovendien gehard tegen ziekten, heeft een hogere weerstand en zal langer gezond blijven. Als tweede vuistregel is het belangrijk om je haag te snoeien. Hoe meer u snoeit, hoe dikker de haag zal worden. Plan een snoeibeurt in tijdens het voorjaar en de zomer, en ook tussenin wanneer de haag sterk gegroeid is.
Rododendrons hebben graag veel voeding die aangepast is aan hun behoeften. Geef ze zeker geen kalk, aangezien ze graag een zure grond hebben. bevat de juiste voeding en is bovendien verrijkt met extra magnesium en ijzer voor een diepgroene bladkleur.
Van maart tot juni kan u de DCM Bloemenmengsels zaaien. Verwijder onkruiden, afgestorven plantenresten en stenen en maak de grond goed los. Strooi daarna de bloemenzaden uit over de grond en druk aan voor een goed contact tussen de zaden en de grond. In droge periodes raden we aan om te beregenen zodat de kieming versneld wordt.
Om vocht in de bodem vast te houden, kan je ervoor kiezen om de bodem te bedekken. Je kan dit doen met bodembedekkende planten, of je kiest ervoor om decoratieve afdekmaterialen te gebruiken. Je vindt alle afdekmaterialen op deze website.
Voor een universele bemesting kan je gebruiken. Wil je je planten extra verwennen, dan hebben we specifieke formules op maat van je planten. Je vindt ons gamma siertuinmeststoffen hier.
Neen, dit is niet mogelijk.
Neen, dit is niet verplicht maar het vergemakkelijkt je toekomstige bestelproces aangezien jouw bestelgegevens bewaard worden.
Je kan alleen producten bestellen wanneer de omstandigheden (temperatuur, tijdstip) gunstig zijn voor het desbetreffend product
Van zodra je jouw bestelling geplaatst hebt, zal deze binnen 2 à 7 werkdagen geleverd worden. Op de dag van verzending krijg je een e-mail met de Track & Trace link waarmee je jouw pakket kan volgen.
Onze aaltjes worden na bestelling binnen de 2-4 dagen geleverd op het gekozen adres. De transporttijd wordt zo kort mogelijk gehouden en heeft geen invloed op de kwaliteit van het product, zelfs niet op een warme dag. Na ontvangst is het belangrijk om ze meteen toe te passen of bij niet-ideale omstandigheden in de koelkast te bewaren (± 5°C). Als koper ben je verantwoordelijk vanaf ontvangst van je bestelling thuis of in het tuincentrum. Condensvorming in de verpakking is mogelijk. Dit is geen teken van verminderde kwaliteit. Verpakkingen met een onaangename geur (rotte vis) wijzen op dode aaltjes en kunnen niet meer gebruikt worden. Neem contact met ons op bij bijkomende vragen.
Aaltjes zijn slechts beperkt houdbaar. We raden aan om ze na ontvangst snel in te zetten. Wanneer de omstandigheden niet ideaal zijn kunnen de aaltjes in de koelkast (± 5°C) bewaard worden. Kijk op de verpakking voor de houdbaarheidsdatum. Na deze datum kunnen de aaltjes niet meer gebruikt worden.
Zolang er prooien zijn, zullen de aaltjes actief op zoek gaan naar voedsel, zich voortplanten en overleven. Dit gaat door totdat er te weinig prooien zijn in de nabije omgeving, het vochtgehalte in de bodem te laag wordt of de bodemtemperatuur te sterk daalt. Typisch blijven de aaltjes 4-6 weken actief in de bodem. Het heeft dus geen zin om aaltjes toe te passen wanneer er geen prooien aanwezig zijn. Aaltjes werken niet preventief.
Toepassingsvoorwaarden:
Respecteer de minimale bodemtemperatuur voor een doeltreffende werking, zie verpakking of productpagina.
Vermijd direct zonlicht. Pas de aaltjes toe bij bewolkt weer of aan het einde van de dag.
De bodem vóór toepassing grondig bevochtigen en ná toepassing gedurende min. 4 weken vochtig houden.
De toepassingsinstructies vind je terug op onze website.
Insectenparasiterende aaltjes of nematoden gaan actief op zoek naar hun prooi en treden deze binnen via natuurlijke openingen (1). Ze infecteren hun gastheer met een bacterie, waarna deze verdoofd wordt en sterft (2). De aaltjes voeden zich met de inhoud van het dode insect, planten zich voort (3) en gaan vervolgens op zoek naar hun volgende prooi (4). Ze zullen dit blijven doen totdat er geen prooi meer te vinden is of de bodemtemperatuur te laag wordt. De aaltjes zijn niet gevaarlijk voor mensen, huisdieren en planten in de tuin.
De minimale dosis bedraagt 5 miljoen aaltjes per 10 m². Voor 100 m² zal je dus minimaal 50 miljoen aaltjes moeten gebruiken. Een overdosering van aaltjes is niet schadelijk. Je kunt dus beter kiezen voor een te grote dan een te kleine hoeveelheid. Verdubbel de dosis tot 1 miljoen aaltjes per m² bij zware aantastingen.
Het is mogelijk om aaltjes meerdere keren per jaar in te zetten. Hou er rekening mee dat een behandeling het meest effectief zal zijn in de ideale toepassingsperiode. Bij zware aantastingen kunnen meerdere behandelingen noodzakelijk zijn. Afhankelijk van de plaag kan het ook nodig zijn om opeenvolgende jaren te behandelen, bv. bij meerjarige cycli van engerlingen of bij een hoge plaagdruk in de omgeving.
Een overdosering van aaltjes is niet mogelijk. Voor aaltjes geldt zelfs: hoe meer, hoe beter! Je kan dus beter een grotere hoeveelheid bestellen dan een te kleine hoeveelheid aaltjes.
Je kan gewoon bekalken met of DCM Zeewierkalk Korrel. Gebruik geen kalkcyanamide, dit kan de aaltjes nadelig beïnvloeden.
Je kan gewoon bemesten wanneer je organische meststoffen gebruikt. Kunstmeststoffen bevatten zouten die te sterk geconcentreerd zijn en de aaltjes kunnen uitschakelen.
Ja, de aaltjes tegen verschillende plagen zijn geschikt om te gebruiken in bloempotten of bloembakken. Zorg ervoor dat de potgrond goed vochtig is vóór het toepassen van de aaltjes.
Ja, je kan de aaltjes tegen verschillende plagen tegelijkertijd inzetten. De aaltjes gaan elk actief op zoek naar hun eigen prooi en hebben geen invloed op elkaar. Het is niet mogelijk om aaltjes in te zetten tegen insecten die niet in de gebruiksaanwijzing vermeld staan. Elke plaag heeft zijn eigen soort aaltje, lees dus aandachtig de gebruiksaanwijzing.
Het mengsel van aaltjes en water moet binnen 4 uur na bereiding worden opgebruikt.
Het zaaien van gras heeft geen invloed op de werking van de aaltjes. Om de schade aan het jonge gras te minimaliseren, is het aangeraden om te wachten met zaaien tot de meeste engerlingen of emelten dood zijn.
Ja, je hoeft geen rekening te houden met de aaltjes als je het gras wil maaien.
Bij de bestrijding van bovengrondse plagen moet elk plaaginsect geraakt worden door de spuitvloeistof. Zorg er dus voor dat alle plantendelen geraakt worden, tot afdruipen. De aaltjes zullen zich niet kunnen voortbewegen van prooi naar prooi.
Aaltjes hebben vocht nodig om zich in de bodem te kunnen verplaatsen. Wanneer de bodem lange tijd onder water staat (grote plassen), ontstaat er echter een zuurstoftekort en zullen de aaltjes niet meer werken. Is de bodem vochtig of nat, maar zonder langdurige plassen, dan is er geen probleem.
Aaltjes kan je inzetten in het gazon, de moestuin, de siertuin, bij kamer-of balkonplanten, in de serre/kas etc. Op de verpakking of de webpagina van het product staat steeds aangegeven voor welke plaag het product dient en waar je de betreffende aaltjes het best kan verspreiden.
Voor een goede werking is het toepassingstijdstip erg belangrijk: de gevoelige plaaginsecten moeten aanwezig zijn en de bodemtemperatuur moet voldoende hoog zijn. Enkel wanneer de omstandigheden gunstig zijn, kan je jouw aaltjes bestellen. Raadpleeg zeker ook de toepassingsperiode alvorens te bestellen.
Natuurlijke vijanden zoals aaltjes, larven van het lieveheersbeestje en roofmijten schieten na toepassing meteen in actie. Het gaat echter om kleine beestjes die het vaak moeten opnemen tegen grotere aantallen plaaginsecten. Als vuistregel kan je daarom stellen dat het effect van een behandeling na 2 weken zichtbaar wordt. Ga je een erg grote plaag te lijf en merk je na 2 weken nog geen verschil? Dan kan het aangewezen zijn om een 2e dosis toe te passen.
Bij het gebruik van nuttige aaltjes en insecten kan je er algemeen van uitgaan dat er vanaf 2 weken na toepassing een vermindering van de schadelijke insecten waarneembaar is. De aaltjes blijven gedurende min. 4 weken werkzaam in de bodem.
Engerlingen is de verzamelnaam voor larven van bladsprietkevers zoals junikever, rozenkever, meikever etc. Ze hebben een roomkleurig, opgekruld lichaam met 3 paar poten en hun duidelijke kop met kaken. Emelten, de larven van langpootmuggen hebben een slank, niet gekromd, week en bruingrijs lichaam. Ze hebben geen poten en hun kop en staart zijn nauwelijks te herkennen.
Engerlingen zijn de larven van bladsprietkevers. Ze zijn roomkleurig, hebben een opgekruld lichaam met 6 poten en hebben een duidelijke kop met kaken. Zij veroorzaken de dorre plekken en losse zoden in het gazon. Een goede oplossing voor de engerlingen is , toepasbaar van eind april tot begin oktober. De ideale toepassingsperiode is augustus-september. De emelten zijn larven van de langpootmuggen. Ze hebben een bruingrijze kleur, zijn niet gekromd, hebben geen poten en hun kop en staart zijn moeilijk te herkennen. Het schadebeeld zijn de kale plekken die zij nalaten in het gazon. De beste oplossing hiervoor is . De ideale toepassingsperiode loopt van eind april tot juni én van september tot oktober. De larven van de taxuskever zijn roomkleurig met een oranje kop. Ze hebben een gebogen lichaam, zijn goed gesegmenteerd en hebben geen poten. Je vindt ze vooral tussen de wortels van vaste planten terug. Het schadebeeld dat zij achterlaten zijn vergeelde bladeren en verwelkte planten omdat zij de wortels van de vaste plant aantasten. De beste oplossing tegen larven van de taxuskever is , met als toepassingsperiode maart tot mei en eind augustus tot oktober (= ideale periode).
Insectenparasiterende aaltjes of nematoden zijn minuscule wormpjes die ingezet worden voor de biologische bestrijding van verschillende schadelijke organismen. Overdosering is niet schadelijk en ze zijn niet gevaarlijk voor mensen, huisdieren en planten in de tuin.
Een minimale bodemtemperatuur is essentieel voor een goede werking van de aaltjes. Wanneer de bodemtemperatuur te laag is, gaan de aaltjes in rust en zullen ze trager werken. De gewenste bodemtemperatuur is een gemiddelde van de bodemtemperatuur overdag en ‘s nachts. Als de bodem ’s nachts een beetje afkoelt, is dit dus geen ramp, zolang het overdag maar warm genoeg is.
De toepassing van aaltjes is niet moeilijk, ongevaarlijk en kan je perfect zelf doen. Wens je dit toch niet zelf te doen, dan kan je hiervoor een tuinaannemer of hovenier contacteren.
Aaltjes komen van nature voor in de bodem, net als andere insecten en wormen horen zij zelfs bij het natuurlijk bodemleven. De aaltjes die je bij DCM bestelt zijn natuurlijke vijanden van specifieke plagen en zullen deze op een natuurlijke manier uitschakelen. Ze zijn dus niet schadelijk voor de bodem, mensen, huisdieren en planten.
Er zijn momenteel geen alternatieven voor een bestrijding van bodeminsecten. Dit hoeft ook niet, want aaltjes zijn de meest natuurlijke vorm van bestrijding. De aaltjes zijn namelijk de natuurlijke vijanden van specifieke bodeminsecten en bestrijden deze met succes!