DCM RIPARO® Graszaadmengsel voor herstel en doorzaai

Bij een verzwakt gazon gaat het snel van kwaad naar erger: er ontstaan kale plekken in het gazon, die al snel kunnen ingenomen worden door mos of onkruid. Naast het uitvoeren van een gepaste bemesting is het aangewezen om deze kale plekken of zelfs het ganse gazon door te zaaien. Ook na het verticuteren van een gazon kan een dergelijke doorzaai noodzakelijk zijn.

Voor het doorzaaien en het herstellen van kale plekken kan het graszaadmengsel gebruikt worden waarmee het gazon oorspronkelijk ingezaaid werd. Ook is er een specifiek graszaadmengsel beschikbaar, namelijk DCM GRASZAAD RIPARO®, speciaal ontwikkeld voor een snel herstel van kale plekken en een geslaagde doorzaai van bestaande gazons.

DCM RIPARO® - graszaadmengsel voor herstel en doorzaai

  • samenstelling specifiek voor een uiterst snelle kieming, zodat open plaatsen snel worden opgevuld en de kans op onkruidgroei en mosvorming verkleint
  • keuze voor fijnbladig Engels raaigras, waardoor dit mengsel esthetisch mooi aansluit bij de klassieke sier- en speelgazons, en bij alle types van sportgazon
  • met roodzwenkgras voor uitstekende betredingstolerantie en goede droogteresistentie
  • voor een donkergroene grasmat die er weer als nieuw uitziet
  • 15 kg verpakking

Doorzaai van een bestaand gazon of herstel van kale plekken:

Maai het bestaande gazon voldoende kort. Verticuteer in de lengte- en de breedterichting en verwijder zorgvuldig al het uitgekamde mos, vilt, onkruid en grasafval. Werk eventuele oneffenheden weg door bijvoorbeeld te bezanden. Voor herstel van kale plekken: Maai het gazon en maak de grond van de kale plekken indien nodig wat los.

Strooi onmiddellijk nadien DCM GRASZAAD RIPARO® aan 1 tot 2 kg per 100m². Voor een groot grasveld kan het gebruik van een speciale doorzaaimachine aangewezen zijn. Voor een betere en gelijkmatigere opkomst van graszaad, meng je het best met bodemverbeteraar DCM VIVIMUS® GAZON.

Nazorgen:

  • Hou de bodem voldoende vochtig gedurende de kieming.
  • De eerste maaibeurt na de doorzaai pas uitvoeren wanneer het jonge gras voldoende is gegroeid (ca. 8 cm hoogte). Maai in het begin niet te kort (max. 1/3 van de grashoogte wegmaaien).
  • Na de 3de maaibeurt is een bemesting met DCM GAZON aangewezen. Deze is veilig voor gebruik op jong gras (geen verbrandingsgevaar) en zorgt voor een goede inworteling en groei van het jonge gras.

Lees hier meer over onze graszaadmengsels.

Vind een verkooppunt bij je in de buurt

boog

Nieuwsbrief voor de professional

Ontvang je graag onze nieuwsbrief vol nieuwigheden en branchegerichte informatie?

Copyright © 2024 - Member of Group de Ceuster