1. Begiet minder vaak (maar grondiger)
Geef liever één à twee keer per week veel water dan elke dag een beetje, dat is zuiniger én beter voor je planten. Water dat diep in de bodem dringt, stimuleert de plant om diep te wortelen en daar op eigen kracht vocht op te zuigen. Dat maakt ze minder afhankelijk van jouw gieter. Reken voor een vaste plant op 1 liter per gietbeurt, voor een struik op 5 liter en voor een jonge boom op minstens 10 liter.
2. Heb geduld
Sproei niet zomaar lukraak de tuin, begiet enkel die planten die het écht nodig hebben. Geef dus niet bij de eerste kik water! Pas wanneer de bladeren van een plant ’s ochtends nog naar beneden hangen, heeft ze écht water nodig. Begiet ’s avonds (of ‘s ochtends), dan is de verdamping het kleinst. Giet traag of in twee beurten, direct aan de wortels, nooit op het blad. Hoe lichter de bodem, hoe vaker je water zult moeten geven; klei en leem drogen veel minder snel uit dan zand. Steek je vinger ±10 cm diep in de grond. Is het droog? Dan geef je best water.
Hoe wapen je je bodem tegen de droogte?