Vleesetende planten spreken heel erg tot de verbeelding. Maar geen vrees, ze zijn totaal ongevaarlijk voor jou en je huisdieren. Vleesetende planten houden van vliegjes en spinnen. Verder zijn deze fascinerende planten allermakkelijkst. Al vragen ze wel een heel eigen verzorging en potgrond.
Best wel spannend, een vleesetende plant in huis. Durf je je vinger niet dichtbij te brengen, uit angst dat die opgeslokt wordt? Je vrees is totaal ongegrond. Maar dat beetje extra spanning maakt vleesetende planten, die er op zich al heel fascinerend uitzien, wel net nog een tikje aantrekkelijker.
Ze zien er niet alleen bijzonder uit, vleesetende planten hebben ook een heel ander dieet dan andere kamerplanten. Ze leven van insecten. Hoe dat komt? Vleesetende planten komen van een andere planeet. Of het scheelt toch niet veel. Ze leven van nature in verre moerassen en vennen, op natte, zure plekken met veel veen of turf. Bikkelharde omstandigheden dus. Aangezien de bodem hen niets te bieden heeft, moeten ze hun voeding wel elders halen, en die vinden ze in… insecten. Ze vangen ze op ingenieuze wijze, met verleidelijke nectar en kleverige blaadjes en haartjes. Rouwvliegjes, fruitvliegjes, gewone vliegen, muggen, tot spinnen toe, het staat allemaal op hun menu. Met vleesetende planten wordt je huis ineens een pak aangenamer!
Vleesetende planten zijn maar wat nuttig in huis! Maar hoe eten ze precies, en wat zijn de beste vliegenvangers?
De venusvliegenvanger (Dionaea) herken je meteen aan z’n rozerode ‘mondjes’ met lange, wimperachtige ‘tanden’. En die kunnen razendsnel dichtslaan! Maar geen angst, de mondjes ‘eten’ enkel vervelende vliegen en spinnetjes. Ze lokken ze met zoete geuren. Eens het insect gevangen, sluit de venusvliegenvanger z’n blaadjes en begint het traag proces van verteren.’s Zomers verschijnen er witte bloempjes bovenop de blaadjes.
Zonnedauw (Drosera) oogt heel bijzonder, met steeltjes als tentakels, met aan de top ragfijne, rozerode haartjes met kleverige ‘dauw’druppels. Muggen, vliegjes en spinnen blijven aan de kleverige haartjes hangen, waarna de bladeren ze insluiten, en ze omzetten tot voedingsstoffen.
Sarracenia, een kleurrijke bekerplant in groene en rode varianten, lokt insecten met nectar, waarna die in de bekertjes vallen en daar door de plant verteerd worden.
De exotisch ogende bekerplant (Nepenthes) laat z’n grote roodgroene trechtervormige kelken zo sierlijk naar beneden hangen! Ze lokt de insecten met nectar, waarna die in de bekers vallen, waar ze rustig door de plant verteerd worden. Enkel het omhulsel blijft over.
Lijken de ‘mondjes’ van je vleesetende plant zich langzamer te sluiten dan anders? Ze heeft tekort aan energie! Verhuis ze snel naar een plek met meer licht.
Ondanks hun bijzondere verschijning zijn vleesetende planten absoluut niet duur. En je hebt er ook niet veel plaats voor nodig, vleesetende planten groeien erg traag en worden nooit te groot. Let op, ze vragen een andere verzorging dan klassieke kamerplanten!
Geef ze een lichte, tochtvrije en zonnige plek
Ze hebben continu vocht nodig om te kunnen overleven. Zorg dat er altijd regenwater of gefilterd water in hun schaaltje staat, nooit leidingwater, dat is te kalkrijk.
Vleesetende planten geef je geen voedingsstoffen, een vlieg of spinnetje op tijd en stond, is alles wat ze nodig hebben. Geef ook geen stukjes vlees, dat gaat alleen maar rotten!
Verhuis je vleesetende planten ’s zomers naar het terras, zo krijgen ze ook eens wat anders te eten. Haal ze tegen de herfst naar binnen, ze kunnen niet of nauwelijks tegen vorst.
Sterven er bladeren of kelken af - dat is ’s winters normaal -, haal die dan zo snel mogelijk weg, voor er zich schimmels op ontwikkelen. Snoeien is niet nodig.
Houd je vleesetende planten in topvorm en verpot ze elke twee jaar, in de lente. Let op, ze hebben heel specifieke, zure potgrond nodig! DCM Potgrond Vleesetende planten, met witveen en extra kokosvezel, heeft precies de zuurtegraad die vleesetende planten nodig hebben, én houdt het water erg goed voor ze vast. Deze potgrond bevat bovendien geen meststoffen, precies wat vleesetende planten verkiezen. Plant ze nooit in gewone potgrond!
Verpot je vleesetende plant in maart, zoals je andere kamerplanten. Dat gaat erg makkelijk, ze wortelen immers erg ondiep.
Vleesetende planten lokken rouwvliegjes, fruitvliegjes, gewone vliegen, muggen, spinnen… met verleidelijke nectar en kleverige blaadjes en haartjes. De insecten worden tussen de blaadjes of in de bekers gevangen, en verteren er tot voedingsstoffen.
Vleesetende planten hebben veel licht en (kalkarm!) water nodig, en specifieke, zure potgrond. Geef ze nooit voedingsstoffen!
Deze vliegenvangers hebben zure potgrond nodig. DCM Potgrond Vleesetende Planten, met witveen en extra kokosvezel, biedt hun de juiste zure omgeving, én houdt het water erg goed voor ze vast.