De druivenviltmijt, piepklein maar erg vervelend
Je ziet ze niet, maar de gevolgen zijn wél heel duidelijk. De microscopisch kleine druivenviltmijt legt haar eitjes in de ontluikende bladeren van jouw druivelaar. De met het blote oog nauwelijks zichtbare jonge larven (0,15 mm) prikken de bladeren onderaan aan. Op die plekken ontstaat wit vilt, niet te verwarren met schimmel. Bovenaan het blad verschijnen bobbels en zwellingen of ‘gallen’, die rood kleuren. De bladeren verdrogen en vallen af. Per jaar zijn er meerdere generaties druivenviltmijten mogelijk. De wijfjes overwinteren in de knoppen en tussen de schors van de plant. De druivenviltmijt komt zowel op binnen- als op buitendruiven voor.
Hoe bescherm je je druivelaar tegen de druivenviltmijt?
Knip de aangetaste bladeren, doorgaans vanaf mei, meteen af. Doe ze in de GFT-bak, niet op de composthoop.
Raap alle afgevallen bladeren op.
Haal ‘s winters zoveel mogelijk losse schors weg, de overwinterde wijfjes worden zo verstoord door vorst en water.
Hoe de druivenviltmijt bestrijden?
De druivenviltmijt kun je op milieubewuste manier bestrijden, met DCM Bio Spuitzwavel. Dit behandelt je druivelaar tegen meeldauw, én tegen de viltmijt.
Wanneer toepassen?
De aantasting vindt doorgaans in april, mei en juni plaats. De eerste bobbels krijg je meestal vanaf eind mei te zien. Behandel je druivelaar in het vroege voorjaar, bij het uitlopen van de knoppen en het ontluiken van de bladeren. Herhaal in het najaar, net voor de bladval. Leed je druivelaar vorig jaar onder de druivenviltmijt, behandel je planten dit jaar dan zeker!