Hoe bepaal je de grondsoort in je tuin?
Maak een stukje bodem goed nat, neem een handvol grond en kneed hem grondig tot een bol. Kijk dan wat er gebeurt:
Valt na het kneden de natte bol grond meteen uit elkaar, dan heb je te maken met een lichte, maar onvruchtbare zandgrond.
Kan je de natte grond rollen tot de dikte van een potlood, dan heb je een kleigrond, die vruchtbaar is maar vrij moeilijk te bewerken.
Kan je de natte grond rollen tot de dikte van een worst, dan mag je jezelf gelukkig prijzen, want dat wijst op een uiterst vruchtbare, makkelijk te bewerken leemgrond.
Ontdek wat iedere grondsoort nodig heeft om optimaal dienst te doen als voedingsbodem voor je planten.
Zandgrond
Een zandgrond bestaat uit grove korrels waar veel lucht tussen zit. De grond is licht en makkelijk te bewerken, maar helaas kan dit bodemtype water en voedingsstoffen niet vasthouden. De bodem heeft dus je hulp nodig.
Verhoog het waterhoudend vermogen van de grond met DCM Zandgrondverbeteraar Bentoniet. De kleimineralen zullen water en voedingsstoffen langer vasthouden en vrijgeven wanneer de planten er nood aan hebben.
Kleigrond
Een kleigrond is heel vruchtbaar, maar moeilijk te bewerken. In de zomer droogt hij uit en wordt zeer hard, terwijl in de winter een kleverige massa ontstaat. Door DCM Kleigrondverbeteraar Lava in de bodem te mengen kan het water beter afgevoerd worden en krijgt de grond een kruimelige structuur. Zo krijgen de plantenwortels weer ademruimte om te groeien.
Leemgrond
Blijkt uit je kneedtest dat je een leemgrond hebt? Dan heb je geluk! Een leemgrond is immers heel vruchtbaar en gemakkelijk te bewerken. Bovendien spoelt het overtollige water weg waardoor steeds de juiste verhouding water en lucht behouden blijft. Een jaarlijkse onderhoudsbekalking en bemesting is het enige wat een leemgrond nodig heeft.
Lees ook: De bodem verbeteren voor je planten: essentieel of overbodig?